BMI (Body Mass Index) is een internationale indicator voor obesitas, berekend op basis van lengte en gewicht.
BMI-berekeningsformule
BMI = Gewicht(kg) ÷ Lengte(m) in het kwadraat
Voorbeeld: Bij een lengte van 170cm en een gewicht van 65kg
BMI = 65 ÷ (1.7 × 1.7) = 65 ÷ 2.89 = 22.5
Deze formule is wereldwijd universeel en kwantificeert de balans tussen lengte en gewicht. Een BMI van 22 wordt statistisch beschouwd als het "ideale gewicht" met het laagste ziekterisico.
Beperkingen en kanttekeningen bij BMI
BMI is een handige indicator, maar heeft de volgende beperkingen:
1. Houdt geen rekening met spiermassa: Atleten en krachtsporters hebben een hoge spiermassa, wat leidt tot een hoge BMI, maar zijn niet noodzakelijkerwijs obees.
2. Weerspiegelt niet het lichaamsvetpercentage: BMI wordt alleen berekend op basis van gewicht en lengte, dus het lichaamsvetpercentage en de hoeveelheid visceraal vet zijn onbekend.
3. Verschillen per leeftijd, geslacht en etniciteit: Ouderen hebben verminderde spiermassa, wat neigt naar een lagere BMI. Aziaten hebben ook de neiging om een hoger risico op leefstijlziekten te hebben bij een lagere BMI dan Westerlingen.
4. Individuele verschillen: Verschillen in skeletgrootte en lichaamstype worden niet weerspiegeld.
Daarom moet BMI als een richtlijn worden gebruikt, en is het belangrijk om de gezondheidstoestand uitgebreid te beoordelen in combinatie met lichaamsvetpercentage, tailleomtrek, bloedonderzoek, enz.